Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn nodig om veilig te kunnen werken. Een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) is een uitrustingsstuk- of middel dat bestemd is als bescherming tegen één of meerdere gevaren die een bedreiging kunnen zijn voor de gezondheid of de veiligheid van de gebruiker.
Naast een goede uitrusting is het natuurlijk ook van belang dat de gebruiker voorlichting krijgt over het gebruik en over het onderhoud van de gekozen beschermingsmiddelen.
Naast een goede uitrusting is het ook van belang dat de gebruiker voorlichting krijgt over het gebruik en onderhoud van de gekozen beschermingsmiddelen.
De Europese PBM regelgeving betreft de minimumvoorschriften ten aanzien van de veiligheid en gezondheid voor het gebruik van PBM en ‘bepaalt’ of een PBM de CE markering mag dragen.
Er zijn drie categorieën waar een PBM in kan vallen afhankelijk van de mate van risico. Op basis van deze categorieën moeten fabrikanten een strikte procedure volgen om hun PBM op de Europese markt te brengen.
Daarnaast bestaan er 3 categorieën waar een PBM in kan vallen. Deze moet vallen onder het toepassingsgebied van de Richtlijn 89/686/EEG, en/of Verordening 2016/425.
Verordering 2016/425
CAT 1: Bescherming tegen minimale risico’s
PBM van een eenvoudig ontwerp, waarvan de gebruiker zelf in staat is te oordelen over de doeltreffendheid waarmee het PBM bescherming biedt tegen zeer geringe risico’s en waarvan het effect tijdig kan worden opgemerkt zonder dat de gebruiker gevaar loopt.
CAT 2: Bescherming tegen middelhoge risico’s
PBM van intermediair ontwerp die niet onder categorie 1 of 3 vallen.
CAT 3: Bescherming tegen hoge risico’s
PBM van complex ontwerp die de gebruiker moeten beschermen tegen gevaren die de gezondheid ernstig en onherstelbaar kunnen schaden en waarvan de gebruiker de acute effecten niet tijdig kan onderkennen.